ECLI:NL:HR:2006:AZ0131
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over betaling van een vordering door een afnemer van een gefailleerde leverancier
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Dixons B.V. en ABN AMRO Bank N.V. over een openstaande vordering die door de curator van de gefailleerde leverancier Simba Aluminium B.V. aan de bank is verpand. De bank had Dixons gedagvaard voor de rechtbank te Breda, waarbij zij betaling van een bedrag van € 39.179,86 vorderde, vermeerderd met rente. De rechtbank had in eerste instantie de vordering toegewezen, maar Dixons ging in verzet. De rechtbank verklaarde het verzet gegrond en wees de vordering van de bank af. De bank ging in hoger beroep bij het gerechtshof, dat de eerdere vonnissen vernietigde en de vordering van de bank alsnog toewijsde tot een bedrag van € 7.084,55, vermeerderd met rente. Dixons stelde cassatie in tegen dit arrest.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat Dixons in schuldeisersverzuim verkeerde, omdat zij de nakoming van de verbintenis door Simba had verhinderd door een aan haar toe te rekenen oorzaak. De Hoge Raad verwierp het beroep van Dixons en oordeelde dat de klachten van Dixons over de uitleg van de gedingstukken niet opgingen. De Hoge Raad bevestigde dat Dixons zich niet kon verweren tegen de vordering van de bank met een beroep op wanprestatie van Simba, omdat zij geen ontbinding van de overeenkomst had gevorderd. De Hoge Raad veroordeelde Dixons in de kosten van het geding in cassatie.