ECLI:NL:HR:2006:AZ3370
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende, X, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 19 september 2005, betreffende de aan haar opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en de premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen voor het jaar 2001. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende tegen deze aanslagen zowel niet-ontvankelijk als ongegrond verklaard. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde, de bestreden uitspraak vernietigde en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, die zich richtten tegen een door het Hof ten overvloede gegeven overweging. De Hoge Raad oordeelt dat deze overweging niet draagt bij aan de beslissing van het Hof, waardoor de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en oordeelt dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is in het openbaar uitgesproken op 1 december 2006.