ECLI:NL:HR:2007:AZ0396

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
42758
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Baatbelasting en de rechtsgeldigheid van aanslagen door de gemeente Roermond

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de baatbelasting die is opgelegd aan belanghebbende, X N.V., voor de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Q. De aanslag, ter hoogte van ƒ 117.990, werd na bezwaar door de directeur van de sector bedrijfsmiddelen en organisatie van de gemeente Roermond gehandhaafd. Belanghebbende ging hiertegen in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en zowel de aanslag als de uitspraak van de directeur vernietigde. Het college van burgemeester en wethouders stelde hierop beroep in cassatie in.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen, die op 14 september 2006 tot ongegrondverklaring van zowel het principale als het incidentele beroep in cassatie had geconcludeerd, in overweging genomen. De Hoge Raad verklaarde het principale beroep ongegrond en veroordeelde het college in de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemeente Roermond werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden.

De Hoge Raad oordeelde dat het incidentele beroep geen behandeling behoeft, omdat het principale beroep niet leidt tot de ongedaanmaking van de vernietiging van de aanslag door het Hof. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 8 juni 2007 en is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot de rechtsgeldigheid van aanslagen in de baatbelasting door gemeenten.

Uitspraak

Nr. 42.758
8 juni 2007
MvA
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond te Roermond tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2005, nr. 01/00590, betreffende na te melden aan X N.V. te Z (hierna: belanghebbende) opgelegde aanslag in een baatbelasting van de gemeente Roermond.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is ter zake van het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de onroerende zaak a-straat 1 te Q (hierna: de onroerende zaak) een aanslag in de baatbelasting Kloosterwandplein e.o. van de gemeente Roermond opgelegd ten bedrage van ƒ 117.990, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de directeur van de sector bedrijfsmiddelen en organisatie van de gemeente Roermond (hierna: de directeur) is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de directeur alsmede de aanslag vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond (hierna: het college) heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Het college heeft het incidentele beroep beantwoord.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 14 september 2006 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van zowel het principale als het incidentele beroep in cassatie.
Het college heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel in het principale beroep
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.3, 5.5, 5.7 en 5.8.
4. Het incidentele beroep
Nu het principale beroep niet ertoe leidt dat de vernietiging van de aanslag door het Hof ongedaan wordt gemaakt, en het incidentele beroep slechts voor dat geval is ingesteld, behoeft het incidentele beroep geen behandeling.
5. Proceskosten
Wat betreft het principale cassatieberoep zal het college worden veroordeeld in de proceskosten.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het principale beroep ongegrond, en
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wijst de gemeente Roermond aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren L. Monné, C.J.J. van Maanen, C. Schaap en A.H.T. Heisterkamp, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2007.
Van de gemeente Roermond wordt ter zake van het door het college ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 428.