4.1. Als bijlagen bij de aanvrage zijn onder meer gevoegd:
- een kopie van een brief d.d. 18 februari 2005 namens Psycho-medisch centrum Parnassia afdeling Forensische en Intensieve zorg, ondertekend door mevrouw T. Moritz, maatschappelijk werker, waarin ten aanzien van "[aanvrager], geboortedatum [geboortedatum].1961" wordt bevestigd dat hij
- voor zover hier van belang - van 7 juni 2001 tot 6 september 2001 intern opgenomen is geweest in zorginstelling Emiliehoeve en dat hij van 25 september 2001 tot 19 juli 2002 intern opgenomen is geweest in zorginstelling Triple Ex. De brief houdt voorts in dat de cliënten binnen deze programma's nagenoeg geen mogelijkheden hebben om buiten de instelling te verblijven en dat zij pas na een bepaalde periode (gemiddeld drie maanden) op verzoek in het weekend naar buiten (familie, etc.) mogen en dan nog onder strikte voorwaarden. Verder zijn de controles zodanig dat het niet mogelijk is dat de cliënten ongemerkt naar buiten gaan of elders verblijven;
- een kopie van een brief d.d. 30 september 2002 namens Parnassia Psycho-medisch centrum, afdeling dienstverlening, van mevrouw T. Moritz, maatschappelijk werker, aan het Centraal Bureau voor Rijvaardigheidsbewijzen, inhoudende dat de aanvrager wegens zijn verslaving aan drugs vanaf 24 april 2001 tot 19 juli 2002 onafgebroken intern opgenomen is geweest in Parnassia;
- een kopie van een brief d.d. 22 juli 2005 namens Parnassia psycho-medisch centrum, afdeling Materieel Juridische Dienstverlening, ondertekend door mevrouw G. Wildenberg, inhoudende dat de aanvrager zichzelf bij haar heeft gemeld met het verzoek om gegevens over zijn opnameperiode van 25 september 2001 tot en met 19 juli 2002. De brief houdt in dat bij onderzoek in het dossier van de aanvrager over de data 24 november 2001, en 18 en 19 januari 2002 geen negatieve aantekeningen of eventuele overtredingen van regels (zoals ongeoorloofde afwezigheid) waren te vinden en dat de aanvrager op 18 januari (de Hoge Raad leest: 2002) blijkens een laboratoriumuitslag een bloedonderzoek heeft ondergaan;
- een afschrift van een werkblad met de geregistreerde opnameperiodes van de aanvrager, inhoudende - voor zover hier van belang - dat de aanvrager van 7 juni 2001 tot 6 september 2001 intern opgenomen is geweest in zorginstelling Emiliehoeve en dat hij van 25 september 2001 tot 19 juli 2002 intern opgenomen is geweest in zorginstelling Triple Ex;
- een proces-verbaal aangifte vermissing reisdocument, PL 1514/2000/59596, op 3 maart 2005 opgemaakt door B. Kirazli, inhoudende dat de aangever op 30 november 2000 aangifte heeft gedaan van vermissing van een Europese identiteitskaart op zijn naam. De vermissing werd op 29 november 2000 ontdekt.