ECLI:NL:HR:2007:AZ2723
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van huwelijkse voorwaarden en verrekenbedingen in het huwelijksvermogensrecht
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van een huwelijk op basis van huwelijkse voorwaarden, waarbij een niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding aan de orde is. De vrouw heeft op 10 juli 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch om echtscheiding en verdeling van gemeenschappelijke goederen te verzoeken. De rechtbank heeft op 20 juni 2003 echtscheiding uitgesproken en de verdeling en verrekening aangehouden. Bij eindbeschikking op 30 maart 2004 is bepaald dat de vrouw aan de man een bedrag van € 16.945,-- moet voldoen ter zake van de verrekening van een schenking van de ouders van de man, vermeerderd met wettelijke rente. De man heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om een uitbetaling van de helft van de waarde van de goodwill van de onderneming van de vrouw. De vrouw heeft het hoger beroep bestreden en ook zelf hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank over de verrekening van de goodwill.
Het gerechtshof heeft de beschikking van de rechtbank op 13 april 2005 vernietigd en bepaald dat de vrouw € 6.806,71 aan de man moet betalen ter zake van de schenking. De man heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking, terwijl de vrouw voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft in cassatie vastgesteld dat partijen op 13 februari 1987 onder huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd en dat het huwelijk op 7 oktober 2003 is ontbonden. De Hoge Raad heeft de uitleg van de huwelijkse voorwaarden door het hof bevestigd, waarbij het hof oordeelde dat de kosten van de goodwill niet voor verrekening in aanmerking komen. De Hoge Raad heeft het principale beroep van de man verworpen, waarbij de beslissing van het hof in stand is gebleven.