ECLI:NL:HR:2007:AZ3587

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
00536/06
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot oplichting met behulp van een computerverbonden kastje

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 januari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van poging tot oplichting door middel van een kastje dat was aangesloten op een computer van de ING-bank. Het hof had vastgesteld dat het kastje, indien correct aangesloten, in staat was om op afstand beelden van de computer te observeren en toetsaanslagen aan te bieden. De verdachte had demonstraties gegeven waarbij het kastje functioneerde, hoewel niet optimaal. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet onjuist of onbegrijpelijk had geoordeeld dat de poging tot oplichting strafbaar was, omdat niet aannemelijk was dat er sprake was van een ondeugdelijk middel. De verdachte had samen met anderen het kastje geplaatst in de ING-bank met de bedoeling om toegang te krijgen tot vertrouwelijke informatie en geldbedragen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat de middelen niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van het hof werd bevestigd, en de verdachte werd veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

Uitspraak

23 januari 2007
Strafkamer
nr. 00536/06
SY/CAW
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 augustus 2005, nummer 23/004852-04, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Amsterdam van 14 oktober 2004 - voor zover aan 's Hofs oordeel onderworpen - de verdachte ter zake van onder 1 primair "medeplegen computervredebreuk" en onder 3 subsidiair "medeplegen poging tot oplichting" veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met verbeurdverklaring en ontrekking aan het verkeer zoals in het arrest omschreven.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. N.A. de Leon-van den Berg, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
3.1. De middelen - die kennelijk betrekking hebben op het onder 3 subsidiair bewezenverklaarde medeplegen van poging tot oplichting - klagen over de verwerping van het verweer dat de bewezenverklaarde poging tot oplichting niet strafbaar is. De middelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
3.2. Ten laste van de verdachte is onder 3 subsidiair bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 7 mei 2003 tot en met 14 mei 2003 te Amsterdam ter uitvoering van zijn voornemen om tezamen en in vereniging met anderen zich en/of (een) ander (en) wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen de ING-bank te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk zich onbevoegd toegang heeft verleend tot een ruimte (de afdeling IBN/effecten van de ING-bank) waar zich een computer bevond van de ING en bij deze computer een kastje heeft geplaatst waarmee door middel van radiosignalen beeldschermsignalen verzonden konden worden en waarmee toetsaanslagen verzonden konden worden zodat inzicht verkregen kon worden in de werking van het computersysteem van voornoemde computer en zicht verkregen kon worden op gebruikerscodes en wachtwoorden."
3.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een geschrift, zijnde een aangifte van 4 juni 2003, opgemaakt door P.J.L. Berger, werkzaam als investigator bij de afdeling Corporate Special Investigations van de ING Groep, voor zover inhoudende:
"Vanwege mijn functie als investigator bij de ING Groep ben ik bevoegd tot het doen van aangifte namens de ING Groep. Op woensdag 14 mei 2003 werd door een medewerker een kastje aangetroffen op de afdeling IBN/Effecten, locatie Amsterdam. Het kastje was aangesloten op een computer. Hierop kan door gebruikers aangelogd worden die hun profiel van autorisaties verkrijgen waardoor toegang tot betalingssystemen mogelijk is.
Omschrijving kastje
Het aangetroffen kastje is grijs van kleur. Bovenop dit kastje is een videozender/omvormer bevestigd van het merk Trust. Deze videozender/omvormer was op de video-uitgang van de computer aangesloten. Het toetsenbord was aangesloten op een "keylogger" en de keylogger was verbonden aan de toetsenbordaansluiting van de computer. De 220V aansluiting was via het kastje doorverbonden met de monitor. Op en aan het kastje zijn een 2-tal antennes zichtbaar, namelijk een antenne van ongeveer 17cm en een VHF/UHF antenne. Aan de binnenzijde van het grijze kastje is te zien dat er elektronica is gemonteerd.
Videocamera
Op 14 mei 2003 is een videocamera gemonteerd. Op de opgenomen videoband is te zien dat op 20 mei 2003 er een 3-tal personen in beeld verschijnen. 2 van de personen dragen een emmer met daarin wissers. Klaarblijkelijk betreft het glazenwassers. De eerste man in beeld loopt rechtstreeks naar de kast geplaatst nabij het raam, rechts van het bureau. De man bukt en kijkt in de richting waar het kastje werd aangetroffen. De tweede man die in beeld komt (de langste, kalend en vermoedelijk brildragend) kruipt onder het bureau, in de richting van de plek waar het kastje heeft gezeten. De derde man (met pet) loopt in eerste instantie ook richting het bureau maar lijkt te schrikken van iets.
Herkenning glazenwasser
ING medewerker [betrokkene 1] verklaarde dat hij de als eerste op de video verschijnende persoon herkende als zijnde [getuige 1].
Aan niemand is toestemming of opdracht gegeven tot het plaatsen en aansluiten van de bovenomschreven aangetroffen apparatuur.
Aan niemand is toestemming of opdracht gegeven toetsaanslagen op te slaan op de keylogger en de beelden bestemd voor de monitor van de computer door te stralen en op te vangen.
Aan niemand is toestemming of opdracht gegeven door middel van de aangetroffen apparatuur betalingsopdrachten toe te voegen of te veranderen alsmede het kopiëren/veranderen of toevoegen van gegevens op de computersystemen."
b. een deskundigenrapport van het Bureau Digitale Expertise van het Nederlands Forensisch Instituut van
18 juli 2003, opgemaakt door ir. ing. R.M. van der Knijff, voor zover inhoudende:
"Onderzoek naar de werking van een kastje, aangetroffen op 14 mei 2003, verbonden aan een netwerk PC bij een vestiging van ING te Amsterdam.
Met een draadloos keyboard (...) was het mogelijk om tot op een afstand van enkele meters via het kastje toetsaanslagen op de aangesloten ING PC tot stand te brengen. Vervolgens is de antenneuitgang van het draadloze keyboard aangesloten op een commercieel verkrijgbare 27 MHz. zender met een uitgangsvermogen van 36 dBm (4 W). Met deze zender was het mogelijk om op afstand van 130 meter vanaf het kastje toetsaanslagen op de aangesloten ING PC tot stand te brengen (p. 6/7 onder 3).
Samenvatting (p. 6/7 e.v):
Als het kastje juist is aangesloten en ingeschakeld is het op het ING beeldscherm zichtbare beeld, dat van de ING PC afkomstig is, op afstand te observeren. Op afstand kan op dit beeld worden ingezoomd, kan de zoom locatie worden gewijzigd en kan een videobeeld worden 'bevroren'. Deze handelingen zijn niet op het beeldscherm van de ING PC zichtbaar. Ook kunnen op afstand toetsaanslagen aan de ING PC worden aangeboden. Deze toetsaanslagen zijn wel zichtbaar op het beeldscherm van de ING PC. Via het ING keyboard aangeboden toetsaanslagen worden ook aan de ING PC doorgegeven en zijn niet via het kastje op afstand te observeren. Door een constructiefout in het kastje functioneert het aanbieden van toetsaanslagen slecht. De doorgifte van videosignaal afkomstig van de ING PC kan op afstand worden in- en uitgeschakeld. De videozender kan niet draadloos worden in- of uitgeschakeld.
Het kastje kan op een willekeurige PC met een VGA connector en een PS/2 keyboard worden aangesloten. Door een constructiefout in de PS/2 interface functioneert het aanbieden van toetsaanslagen slecht en is bovendien afhankelijk van de op deze interface aangesloten componenten."
c. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
"Ik ben met [getuige 1] en [getuige 2] meegeweest naar de ING-bank te Amsterdam. Ik ben drie maal bij de ING-bank geweest. Het klopt dat ik onder het bureau ben geweest."
d. de verklaring van getuige [getuige 1] ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
"Ik heb [verdachte] in een coffeeshop leren kennen. Hij vertelde mij het verhaal dat hij op afstand een computer kon bedienen. Ik ben toen mee naar zijn huis gegaan. Daar had hij een kastje op zijn computer aangesloten. Ik toetste een naam in op de computer en hij kon op de laptop zien welke naam ik had ingetoetst. Bij [verdachte] thuis zag ik dat het werkte. [Verdachte] heeft mij tweemaal bij hem thuis een demonstratie ervan laten zien. Ik zag toen dat het werkte.
[Verdachte] vertelde mij dat hij met het kastje informatie kon inwinnen, zoals passwords van bankcliënten en dat hij hiermee geldtransacties kon doen.
Ik was destijds meewerkend voorman bij een glazenwasserbedrijf. [Verdachte] had mij nodig omdat ik, als glazenwasser, hem bij de ING-bank binnen kon laten. [Verdachte] is drie maal met mij mee naar binnen geweest bij de ING-bank. De eerste keer dat [verdachte] mee ging, wist [getuige 2] van niets. Hij moest alleen een gil geven als er iemand aan zou komen. Het kastje zat in [verdachtes] zak. Toen ik hem had binnengelaten deed hij z'n ding."
e. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1]:
"De eerste keer dat ik [verdachte] bij de ING heb binnen gelaten was ongeveer 3 dagen voordat het kastje gevonden was bij de ING. [Verdachte] vertelde dat het niet uitmaakte bij welke computer het kastje geplaatst werd. Hij ging onder een bureau en is vijf minuten bezig geweest. Bij hem thuis heeft [verdachte] mij een demonstratie gegeven hoe hij de kraak wilde doen. Hij toonde mij een laptop waarmee hij een andere computer kon bedienen. Hij demonstreerde beelden die afkomstig waren van het kastje dat geplaatst was bij de ING. Enige dagen later vertelde [verdachte] mij dat we opnieuw naar de ING moesten omdat hij geen beelden meer had van het kastje. We gingen naar de ING en [verdachte] ging onder het bureau. Hij vertelde dat het kastje weg was."
f. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 2]:
"Ik ben verscheidene malen bij [verdachte] thuis geweest om te zien wat hij met de computer kon. Hij had ook een laptop. Hij had daarbij een los toetsenbord. Hij ging met dat losse toetsenbord op het balkon staan. [Verdachte] drukte dan op een toets en in de huiskamer hoorde ik dan het apparaatje zeggen welke toets hij indrukte. Het kastje dat bij de ING-bank is gevonden heb ik eerder gezien bij [verdachte] thuis. Hij vertelde mij dat dit kastje codes kon opvangen. Dit kastje zou de gegevens dan weer aan hem toesturen.
Ik ben samen met [getuige 1] en [verdachte] naar de ING-bank gegaan om daar het kastje te plaatsen. We zijn via de expeditiedeur naar binnen gegaan. Om deze deur te openen hebben wij gebruik gemaakt van het toegangspasje van [getuige 1]. [Getuige 1] en [verdachte] zijn het kantoor binnengelopen en ik ben bij de deur blijven staan om te kijken of er iemand aan kwam. [Verdachte] vertelde dat hij alleen maar een paar stekkertjes hoefde aan te sluiten.
Ik hoorde van [verdachte] dat het kastje niet goed werkte; er zat een storing in. [Verdachte], [getuige 1] en ik zijn enige dagen later terug gegaan naar de ING-bank om naar het kastje te gaan kijken. Wij zijn naar het kantoor gelopen waar het kastje aangebracht was. Wij zijn met zijn drieën het kantoor binnengelopen. Het bleek dat het kastje weg was."
3.4. Het in het middel bedoelde verweer is in het bestreden arrest als volgt samengevat en verworpen:
"De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat het middel ondeugdelijk is en er sprake is van een strafuitsluitingsgrond ten aanzien van alle feiten.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit het rapport van Bureau Digitale Expertise van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 18 juli 2003 blijkt het volgende:
De mate waarin het op het kastje aangesloten ING keyboard correct functioneerde was afhankelijk van de manier waarop alle componenten en kabels in het kastje waren gepositioneerd. Met een op het kastje aangesloten keyboard van het NFI was het nauwelijks mogelijk om toetsaanslagen op een aangesloten PC aan te bieden (p. 5/7 onder 3).
Met een draadloos keyboard (...) was het mogelijk om tot op een afstand van enkele meters via het kastje toetsaanslagen op de aangesloten ING PC tot stand te brengen. Vervolgens is de antenneuitgang van het draadloze keyboard aangesloten op een commercieel verkrijgbare 27 MHz. zender met een uitgangsvermogen van 36 dBm (4 W). Met deze zender was het mogelijk om op afstand van 130 meter vanaf het kastje toetsaanslagen op de aangesloten ING PC tot stand te brengen (p. 6/7 onder 3).
Samenvatting (p. 6/7 e.v):
Als het kastje juist is aangesloten en ingeschakeld is het op het ING beeldscherm zichtbare beeld, dat van de ING PC afkomstig is, op afstand te observeren. Op afstand kan op dit beeld worden ingezoomd, kan de zoom locatie worden gewijzigd en kan een videobeeld worden 'bevroren'. Deze handelingen zijn niet op het beeldscherm van de ING PC zichtbaar. Ook kunnen op afstand toetsaanslagen aan de ING PC worden aangeboden. Deze toetsaanslagen zijn wel zichtbaar op het beeldscherm van de ING PC. Via het ING keyboard aangeboden toetsaanslagen worden ook aan de ING PC doorgegeven en zijn niet via het kastje op afstand te observeren. Door een constructiefout in het kastje functioneert het aanbieden van toetsaanslagen slecht. De doorgifte van videosignaal afkomstig van de ING PC kan op afstand worden in- en uitgeschakeld. De videozender kan niet draadloos worden in- of uitgeschakeld.
Het kastje kan op een willekeurige PC met een VGA connector en een PS/2 keyboard worden aangesloten. Door een constructiefout in de PS/2 interface functioneert het aanbieden van toetsaanslagen slecht en is bovendien afhankelijk van de op deze interface aangesloten componenten.
Het hof maakt uit bovenstaande op dat het kastje weliswaar niet optimaal heeft gefunctioneerd, maar dat op grond daarvan niet kan worden gezegd dat de verdachte en zijn mededaders zich hebben bediend van een absoluut ondeugdelijk middel. Het verweer wordt mitsdien verworpen."
3.5.1. De middelen bevatten onder meer de klacht dat het Hof ten onrechte, althans onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd het verweer heeft verworpen dat het ten processe bedoelde kastje een ondeugdelijk middel is.
3.5.2. Het Hof heeft blijkens de onder 3.3 weergegeven gebezigde bewijsmiddelen en zijn onder 3.4 weergegeven overwegingen - niet onbegrijpelijk - onder meer vastgesteld, zakelijk weergegeven:
- dat door middel van het kastje, indien juist aangesloten en ingeschakeld, het op het ING beeldscherm zichtbare beeld dat van de ING-computer afkomstig is op afstand kan worden geobserveerd en op afstand toetsaanslagen aan de ING-computer kunnen worden aangeboden;
- dat bij door de verdachte gegeven demonstraties het kastje, aangesloten op de computer, werkte, dat daarbij werd getoond dat bij het intoetsen van een naam op de computer de verdachte op zijn laptop kon zien welke naam werd ingetoetst en dat beelden afkomstig van het bij de bank geplaatste kastje konden worden waargenomen; en
- dat het kastje heeft gefunctioneerd, zij het niet optimaal.
In het licht van deze vaststellingen geeft het oordeel van het Hof, dat de poging tot oplichting strafbaar is omdat niet aannemelijk is dat sprake is geweest van het gebruik van een ondeugdelijk middel, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd. Anders dan in de toelichting op de middelen wordt verondersteld, heeft het Hof aldus niet de mogelijkheid opengelaten dat het kastje, hoewel in het algemeen geschikt om tot voltooiing van het misdrijf te geraken, in het onderhavige geval niet geschikt was om het beoogde doel te bereiken.
3.5.3. De klacht faalt.
3.6. Ook voor het overige kunnen de middelen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier D.N.I. Gjaltema, en uitgesproken op 23 januari 2007.