ECLI:NL:HR:2007:AZ4087
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de bewezenverklaring van wapens van categorie II onder de Wet wapens en munitie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 januari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E.M. Röttgering, was veroordeeld voor het zonder toestemming binnenbrengen van wapens van categorie II, specifiek 526 schuifkolven met sluitveerstang en sluitveer, afkomstig uit Iran. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van het Hof beoordeeld aan de hand van de Wet wapens en munitie (WWM). Het Hof had vastgesteld dat de schuifkolven specifiek bestemd waren voor een automatisch geweer van het merk Heckler & Koch, model G3A4, en dat deze onderdelen essentieel zijn voor het functioneren van het wapen. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat de bewezenverklaring voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat de middelen tot cassatie niet konden leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling van de verdachte door het Hof, waarbij de verbeurdverklaring van de wapens werd gehandhaafd.