ECLI:NL:HR:2007:AZ5830
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Verkeersaansprakelijkheid en de reikwijdte van het begrip 'diefstal' in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een automobilist, aangeduid als [eiser], en de WAM-verzekeraar Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. De zaak is ontstaan na een verkeersongeval op 28 mei 2002 in Nijmegen, waarbij de Opel Astra van [eiser] in botsing kwam met een Renault Megane. De Renault was kort daarvoor ontvreemd en werd bestuurd door een kennis van de eigenaar, [betrokkene 1]. Allianz betwistte de aansprakelijkheid op basis van de uitsluiting van dekking in de WAM, omdat de auto ten tijde van het ongeval werd bestuurd door iemand die zich de macht over het voertuig had verschaft door middel van diefstal. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, en veroordeelde Allianz tot betaling van een bedrag aan [eiser]. Allianz ging in hoger beroep, maar het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. Hierop stelde [eiser] cassatie in bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof de term 'diefstal' onjuist had uitgelegd. Volgens de Hoge Raad moet de uitleg van 'diefstal' in de WAM aansluiten bij de betekenis in het strafrecht, wat inhoudt dat er moet worden vastgesteld dat de persoon die de auto heeft weggenomen het oogmerk had om deze wederrechtelijk toe te eigenen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd Allianz veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de noodzaak om de reikwijdte van het begrip 'diefstal' in de WAM zorgvuldig te interpreteren, vooral in het licht van eerdere jurisprudentie.