ECLI:NL:HR:2007:AZ6533
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging omgangsregeling tussen vader en minderjarige kinderen
In deze zaak gaat het om de wijziging van een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kinderen, die tijdens de affectieve relatie met de moeder zijn geboren. De rechtbank te Haarlem had op 18 januari 2005 bepaald dat de gewone verblijfplaats van de kinderen bij de moeder zou zijn en had een omgangsregeling vastgesteld waarbij de kinderen drie weekenden per vier weken bij de vader verbleven. De moeder verzocht op 20 april 2005 de rechtbank te Zwolle-Lelystad om deze beschikking te wijzigen, zodat de kinderen één weekend per veertien dagen bij de vader zouden verblijven. De rechtbank verklaarde de moeder echter niet-ontvankelijk in haar verzoek op 28 juli 2005.
De moeder ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, dat de beschikking van de rechtbank te Haarlem op 4 april 2006 vernietigde en een nieuwe omgangsregeling vaststelde. De kinderen zouden nu drie weekenden per veertien dagen bij de vader verblijven, waarbij de moeder het eerste en derde weekend en de vader het tweede weekend de kinderen zou halen en brengen. De vader ging in cassatie tegen deze beschikking van het hof.
De Hoge Raad, bestaande uit de raadsheren P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven en E.J. Numann, heeft op 9 maart 2007 de cassatie van de vader verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking van het hof bleef daarmee in stand.