ECLI:NL:HR:2007:AZ8169

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/158HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke geschil tussen auteursrechthebbende en exploitant over exploitatieovereenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een auteursrechthebbende en verschillende omroepverenigingen over de uitleg van een auteursrechtelijke exploitatieovereenkomst. De eiser, een auteursrechthebbende, heeft de omroepverenigingen gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd dat zij hem een bedrag van ƒ 62,15 betalen voor iedere minuut van openbaarmaking van de litigieuze series, waarvan het auteursrecht bij hem rust. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser in een tussenvonnis van 10 juli 2002, voor zover in cassatie van belang, toegewezen en de eiser tot bewijslevering toegelaten. Na getuigenverhoor heeft de rechtbank in een eindvonnis van 30 juni 2004 de vorderingen van de eiser afgewezen.

Tegen dit eindvonnis heeft de eiser hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft in een tussenarrest van 21 juli 2005 het bestreden vonnis bekrachtigd en het meer of anders gevorderde afgewezen in een eindarrest van 23 februari 2006. De eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

20 april 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/158HR
RM/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai,
t e g e n
1. VERENIGING TOT BEVORDERING VAN DE EVANGELIEVERKONDIGING VIA RADIO EN TELEVISIE 'DE EVANGELISCHE OMROEP',
gevestigd te Hilversum,
2. KINDERNET C.V.,
gevestigd te Bussum,
3. NEDERLANDSE CHRISTELIJKE RADIO VERENIGING,
gevestigd te Hilversum,
4. OMROEPVERENIGING VARA,
gevestigd te Hilversum,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaten: mr. H.J.A. Knijff en mr. J.C.H. van Manen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - heeft (onder meer) verweerders in cassatie - verder gezamenlijk te noemen: EO c.s. - gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd voor recht te verklaren dat EO c.s. verplicht zijn aan hem ƒ 62,15 te betalen, althans en in ieder geval zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, voor iedere minuut van openbaarmaking door iedere verweerster afzonderlijk van de litigieuze series op de vertaling/bewerking waarvan het auteursrecht bij [eiser] rust.
EO c.s. hebben de vorderingen bestreden.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 10 juli 2002, voor zover in cassatie van belang, [eiser] tot bewijslevering toegelaten. Na getuigenverhoor heeft de rechtbank bij eindvonnis van 30 juni 2004 het gevorderde afgewezen.
Tegen het eindvonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Na een tussenarrest van 21 juli 2005 heeft het hof bij eindarrest van 23 februari 2006, voor zover in cassatie van belang, het bestreden vonnis bekrachtigd en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
EO c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor EO c.s. mede door mr. A.P. Groen, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 23 februari 2007 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van EO c.s. begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 20 april 2007.