ECLI:NL:HR:2007:BA7182
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Hoofdverblijf elders in verband met uitzending door werkgever en verhuurde woning in Nederland naar box 3
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, die in 2001 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd kreeg. Na bezwaar tegen deze aanslag, werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslag verlaagde. De uitspraak van het Hof werd aan het arrest gehecht. Hierna stelde belanghebbende beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende van 1 augustus 1998 tot en met 1 augustus 2001 door zijn werkgever, het Ministerie van Financiën, was uitgezonden naar Curaçao, waar hij met zijn echtgenote in een huurwoning woonde. Zijn woning in Nederland was sinds augustus 1998 verhuurd. De Hoge Raad oordeelde dat de regeling voor de eigen woning in artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet van toepassing was op de woning in Nederland, omdat belanghebbende zijn hoofdverblijf op Curaçao had. Het Hof had dit standpunt terecht verworpen.
De overige klachten van belanghebbende konden evenmin tot cassatie leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 15 juni 2007 door de raadsheren L. Monné, C. Schaap en A.H.T. Heisterkamp, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.