ECLI:NL:HR:2007:BA7624
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.J.M. Davids
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij paardrijdongeval en de verhouding tussen schadevergoeding en eigen schuld
In deze zaak gaat het om een vordering van een slachtoffer van een paardrijdongeval tegen een manege. De eiseres, die tijdens een buitenrit op een paard van de manege ten val kwam en ernstig letsel opliep, vorderde een schadevergoeding van € 1.885,82, inclusief buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter wees de vordering af, waarna het gerechtshof het vonnis bekrachtigde. De eiseres ging in cassatie, waarbij zij betoogde dat de buitengerechtelijke kosten volledig vergoed dienden te worden, ondanks de vaststelling van 50% eigen schuld aan haar zijde. De Hoge Raad oordeelde dat de kantonrechter en het hof terecht hadden geoordeeld dat de schadevergoeding en de vergoeding van de buitengerechtelijke kosten in gelijke mate dienden te worden verminderd in het geval van eigen schuld. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep en veroordeelde de eiseres in de proceskosten. Dit arrest verduidelijkt de verhouding tussen de redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 en de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, en bevestigt dat de verplichting tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten niet verder kan gaan dan de billijkheid in de omstandigheden van het geval vereist.