ECLI:NL:HR:2007:BA9350

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
43259
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A-G Overgaauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkingen van verliesverrekening voor buitenlandse belastingplichtigen in Nederland

In deze zaak gaat het om geschillen over de belastingjaren 2001 en 2003 van een buitenlandse belastingplichtige en zijn echtgenote, hierna aangeduid als belanghebbende. De belanghebbende, woonachtig in Italië, heeft per 1 januari 2001 nog een verrekenbaar verlies en geniet in 2001 en 2003 uitsluitend Box 3-inkomen in Nederland. Volgens de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 is dit verlies echter slechts verrekenbaar met Box 1-inkomen. De belanghebbende kan zijn verlies niet verrekenen met zijn Box 3-inkomen en komt hiertegen in beroep, waarbij hij zich beroept op diverse verdragen.

De feitenrechters hebben de belanghebbende in het ongelijk gesteld. In een bijlage bij zijn conclusies gaat A-G Overgaauw in op de achtergrond van de wetgeving en constateert dat de wetgever erkent dat de beperking van de verrekening van IB1964-verliezen tot Box 1-inkomen kan leiden tot situaties waarin verliezen niet meer verrekenbaar zijn. De A-G bespreekt ook de mogelijke strijdigheid met het EG-recht en het EHRM. Hij merkt op dat het niet kunnen verrekenen van in de 'vertrekstaat' opgebouwde verliezen een nadeel kan zijn dat burgers kan weerhouden van emigratie naar een andere EU-lidstaat. Dit nadeel is echter inherent aan de uitgangspunten van internationaal belastingrecht en ontstaat door de soevereiniteit van lidstaten op het gebied van directe belastingen.

Verder stelt de A-G dat onderdeel W geen (in)direct onderscheid naar nationaliteit maakt en dat er geen sprake is van schending van artikel 1, 1e Protocol EVRM. De wetgever heeft binnen zijn 'wide margin of appreciation' gehandeld. A-G Overgaauw verwerpt daarom het beroep van de belanghebbende op het EG-recht en het EVRM. Ook het beroep op het belastingverdrag met Italië slaagt niet, omdat het verdrag geen verplichtingen oplegt aan de verdragsluitende staten en het non-discriminatieartikel niet wordt geschonden. De conclusie is dat het cassatieberoep ongegrond wordt verklaard en de uitspraak niet wordt gepubliceerd.

Uitspraak

Uitspraak wordt niet gepubliceerd.