ECLI:NL:HR:2007:BB1369
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de waarde van onroerende zaken in verhuurde staat volgens de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om de waardering van vijftien onroerende zaken, garageboxen, die zijn aangeschaft door belanghebbende in verhuurde staat. De waarde van deze garageboxen was vastgesteld op ƒ 14.998 (€ 6.806) per stuk voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. Na bezwaar van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen op Zoom de waarde gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep aangetekend bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de waarde vaststelde op € 4.538 per onroerende zaak. Het College heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet voldoende heeft onderbouwd waarom de door belanghebbende betaalde prijs niet de waarde zou weergeven zoals bedoeld in artikel 17, lid 2, van de Wet WOZ. De Hoge Raad stelt dat de waarde van een onroerende zaak moet worden bepaald op basis van de waarde die aan de zaak kan worden toegekend, en dat deze waarde doorgaans niet overeenkomt met een gemiddelde koopprijs van een groot aantal onroerende zaken in verhuurde staat. Het Hof heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang, waardoor de uitspraak niet in stand kan blijven.
De Hoge Raad verklaart het beroep van het College gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. Dit arrest is gewezen door de raadsheren L. Monné, C. Schaap en A.H.T. Heisterkamp, en openbaar uitgesproken op 10 augustus 2007.