ECLI:NL:HR:2007:BB4739
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Verontreinigingsheffing 2001 en de rechtsgeldigheid van de aanslag op basis van metingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 april 2006, betreffende een aanslag in de verontreinigingsheffing voor het jaar 2001. De ambtenaar van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier had een aanslag opgelegd van € 28.361,19, welke na bezwaar door de ambtenaar werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de ambtenaar niet willekeurig heeft gehandeld door een meting uit te voeren bij belanghebbende, aangezien dit slechts bij een kleine minderheid van bedrijven is gebeurd. Het Hof heeft daarbij rekening gehouden met de capaciteitsbeperkingen van de ambtenaar en de beleidskeuzes van het Hoogheemraadschap. De Hoge Raad concludeert dat de oordelen van het Hof niet blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting en dat deze niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd zijn.
Daarnaast heeft het Hof geoordeeld dat het niet voorafgaand aan de aanslag bekend maken van de onderzoeksresultaten een onzorgvuldigheid was, maar dat belanghebbende hierdoor niet in haar verdediging is geschaad. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt vast dat belanghebbende op de hoogte was van het onderzoek en dat zij het rapport had kunnen opvragen. Het beroep op de beginselen van zorgvuldigheid, rechtszekerheid en vertrouwen faalt, omdat de feiten die het Hof aan zijn oordeel ten grondslag heeft gelegd niet zijn bestreden.
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de uitspraak van het Hof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de raadsheer A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2007.