ECLI:NL:HR:2007:BB7929
Hoge Raad
- Cassatie
- F.W.G.M. van Brunschot
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en cassatieprocedure
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting die is opgelegd aan de rechtsvoorgangster van belanghebbende, X1 B.V., over het jaar 1993. De aanslag bedroeg ƒ 6.947.527, met een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting van ƒ 121.371. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verminderde de aanslag tot ƒ 388.684, met behoud van de overige elementen van de aanslag. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft geconcludeerd tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, subsidiair tot ongegrondverklaring van het beroep. Beide partijen hebben schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Het arrest is gewezen door de raadsheer F.W.G.M. van Brunschot als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, C.B. Bavinck en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 16 november 2007.