ECLI:NL:HR:2007:BB8428
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van naheffingsaanslag omzetbelasting en verwijzing naar Gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 november 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende was opgelegd over het tijdvak van 3 juli 1997 tot en met 31 december 1998, ten bedrage van ƒ 398.140. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de naheffingsaanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot de cassatieprocedure.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had vastgesteld dat de apparatuur niet aan belanghebbende was geleverd. De Hoge Raad benadrukte dat voor de levering van goederen in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968, de macht om als eigenaar over de goederen te beschikken aan een ander moet worden overgedragen. De Hoge Raad concludeerde dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven en dat de zaak moest worden verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Daarnaast werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, en werd bepaald dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende moest vergoeden. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de levering van goederen en de voorwaarden waaronder een ondernemer recht heeft op aftrek van omzetbelasting.