ECLI:NL:HR:2008:BB4130
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Oproeping ouders minderjarige verdachte en openbare behandeling jeugdzaak
In deze zaak, die op 11 januari 2008 door de Hoge Raad is behandeld, ging het om de oproeping van de ouders van een minderjarige verdachte en de vraag of de behandeling van de zaak in het openbaar had mogen plaatsvinden. De verdachte, geboren in 1989, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring op Curaçao. De Hoge Raad oordeelde dat de ouders van de verdachte niet op de juiste wijze waren opgeroepen voor de terechtzitting in hoger beroep, wat een schending van de procedurele rechten van de verdachte inhield. De stukken die aan de Hoge Raad waren gezonden, toonden aan dat er geen bewijs was dat de ouders op de hoogte waren gesteld van hun verplichting om de zitting bij te wonen. Dit leidde tot de conclusie dat de niet-nakoming van deze oproeping een geldige behandeling van de zaak in de weg stond.
Daarnaast werd er een tweede klacht behandeld, namelijk of de behandeling van de zaak in hoger beroep in strijd was met het Verdrag inzake de rechten van het kind. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte op het moment van de aanvang van de vervolging de leeftijd van zestien jaar had bereikt, waardoor de grond voor een niet-openbare behandeling niet van toepassing was. De opvatting dat het Verdrag in dit geval een niet-openbare behandeling vereiste, werd verworpen. De Hoge Raad concludeerde dat de bestreden uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba vernietigd moest worden en dat de zaak opnieuw moest worden berecht.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele waarborgen in jeugdcriminaliteit en de noodzaak om de rechten van minderjarigen te respecteren, zowel in termen van oproeping als in de behandeling van hun zaken.