ECLI:NL:HR:2008:BC0386

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/084HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.M.J. Buchem-Spapens
  • A. Hammerstein
  • J.C. van Oven
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van partneralimentatie na echtscheiding

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de wijziging van de partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, heeft op 15 maart 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Dordrecht om de alimentatieverplichting, die bij beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage op 28 november 2001 was vastgesteld, te wijzigen en deze op nihil te bepalen. De vrouw, verweerder in cassatie, heeft het verzoek bestreden en verzocht om de alimentatie vast te stellen op € 4.400,-- per maand. De rechtbank heeft op 14 december 2005 de alimentatieplicht van de man gewijzigd en deze vastgesteld op € 688,-- per maand, met ingang van 15 maart 2005.

De vrouw heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de man incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 24 januari 2007 de beschikking van de rechtbank vernietigd en de alimentatie voor de vrouw vastgesteld op € 1.440,-- per maand, met ingang van de datum van de beschikking van het hof. De man heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geen nadere motivering gegeven, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man verworpen, en de beschikking is openbaar uitgesproken op 1 februari 2008.

Uitspraak

1 februari 2008
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/084HR
MK/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 15 maart 2005 ter griffie van de rechtbank Dordrecht ingekomen verzoekschrift heeft de man zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, de bij beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 november 2001 vastgestelde alimentatieverplichting ten behoeve van de vrouw te wijzigen en de alimentatie op nihil te bepalen.
De vrouw heeft het verzoek bestreden en verzocht te bepalen dat de alimentatie wordt vastgesteld op € 4.400,-- per maand.
De rechtbank heeft bij beschikking van 14 december 2005 de bij beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 november 2001 aan de man ten behoeve van de vrouw opgelegde alimentatieverplichting gewijzigd en de door de man te betalen alimentatie ten behoeve van de vrouw met ingang van 15 maart 2005 op € 688,-- per maand bepaald.
Tegen deze beschikking heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De man heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij beschikking van 24 januari 2007 heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en, opnieuw beschikkende, met dienovereenkomstige wijziging van de beschikking van het hof van 28 november 2001, de alimentatie voor de vrouw ten laste van de man met ingang van de datum van de beschikking van het hof op € 1.440,-- per maand bepaald.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks, behoeft. Gezien art. 81 RO geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 1 februari 2008.