ECLI:NL:HR:2008:BC1829
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Herziening van een strafrechtelijke veroordeling wegens medeplegen van brandstichting en verkrachting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 januari 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De aanvrager, die ten tijde van de aanvrage verbleef in de TBS-kliniek 'De Oostvaarderskliniek' te Amsterdam, had verzocht om herziening van zijn veroordeling voor het medeplegen van opzettelijk brand stichten en verkrachting. De aanvrage stelde dat een ander dan de aanvrager de strafbare feiten had gepleegd, en dat deze persoon overeenkomsten vertoonde met de aanvrager. Dit verweer was echter al eerder in de eerste aanleg naar voren gebracht, waardoor de Hoge Raad oordeelde dat er geen nieuwe omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De Hoge Raad benadrukte dat voor een herziening op basis van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, er sprake moet zijn van nieuwe, door bewijsmiddelen gestaafde feiten die niet eerder aan de orde zijn gekomen. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet-ontvankelijk was, omdat de gestelde feiten niet als nieuwe omstandigheden konden worden aangemerkt. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling van de aanvrager en wees de aanvrage tot herziening af.