ECLI:NL:HR:2008:BC3163
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en uitleg van 'bedrijf' in het Besluit van 31 juli 2000
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen is gehandhaafd. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998. Na bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna het Hof het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad beoordeelt de middelen die door belanghebbende zijn ingediend. Het eerste middel betreft de uitleg van de term "bedrijf" in het Besluit van 31 juli 2000. Het Hof heeft deze term niet als "onderneming" uitgelegd, maar als "tak van bedrijvigheid". De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet heeft miskend dat de term "bedrijf" in deze context een bredere betekenis heeft en dat de uitleg van het Hof juist is. De klacht faalt dan ook wegens gebrek aan feitelijke grondslag.
De overige middelen leiden evenmin tot cassatie, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 1 februari 2008 door de raadsheer L. Monné als voorzitter, samen met de raadsheren C.J.J. van Maanen en J.W.M. Tijnagel, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A. Boussak-Leeksma.