ECLI:NL:HR:2008:BC3171
Hoge Raad
- Cassatie
- F.W.G.M. van Brunschot
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aftrekbaarheid van dotaties aan voorzieningen in verband met werknemersopties
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 februari 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X Holding B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2001, waarbij de Inspecteur een belastbaar bedrag van € 1.244.903 had vastgesteld. Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna het Hof het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de feiten en omstandigheden van de zaak in ogenschouw genomen. De belanghebbende had een optieovereenkomst gesloten met een werknemer, waarbij een optierecht was toegekend. De Inspecteur had de voorziening die de belanghebbende op haar balans had opgenomen, niet aanvaard, wat leidde tot een verhoging van het belastbare bedrag. De belanghebbende stelde dat zij vertrouwen had ontleend aan uitlatingen van staatssecretarissen van Financiën, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze uitlatingen geen beleidsregel vormden die de aftrekbaarheid van de dotaties aan de voorziening rechtvaardigde.
De Hoge Raad verwierp de middelen van de belanghebbende en oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de Inspecteur de voorziening niet had hoeven aanvaarden. De Hoge Raad concludeerde dat de stelling van de belanghebbende dat goed koopmansgebruik haar verplichtte om een voorziening te vormen, niet opging, aangezien de relevante arresten van de Hoge Raad in eerdere zaken duidelijk maakten dat het voldoen aan optieverplichtingen de winstsfeer niet raakt. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.