ECLI:NL:HR:2008:BC4089
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens het bezit van een vals reisdocument met psychische stoornis als verweer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem. De aanvraagster, die ten tijde van de indiening in een psychiatrische voorziening verbleef, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voor het in bezit hebben van een vals reisdocument. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat de rechter destijds niet op de hoogte was van de psychische stoornis van de aanvraagster, wat mogelijk invloed had kunnen hebben op de veroordeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om een ernstig vermoeden te wekken dat, indien de rechter op de hoogte was geweest van de psychische toestand van de aanvraagster, dit zou hebben geleid tot een andere uitkomst van de zaak. De Hoge Raad benadrukte dat voor herziening op grond van artikel 457 Sv, er sprake moet zijn van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren en die de uitkomst van de zaak significant zouden kunnen beïnvloeden.
De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage kennelijk ongegrond was en wees deze af. Dit arrest bevestigt de noodzaak van substantiële nieuwe bewijsvoering voor een succesvolle herziening van een eerder vonnis.