ECLI:NL:HR:2008:BC8102
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en executiegeschil over teruggeleiding van een kind naar Spanje
In deze zaak gaat het om een geschil over de teruggeleiding van een minderjarige naar Spanje in het kader van internationale kinderontvoering. De moeder en de grootouders van het kind hebben de Centrale Autoriteit en de vader in kort geding gedagvaard, met als doel de tenuitvoerlegging van een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam te schorsen. Deze beschikking, die door het hof was bevestigd, betrof het gezag en de verzorging van het kind. De Centrale Autoriteit heeft de vordering bestreden, terwijl tegen de vader verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft in eerste instantie de tenuitvoerlegging van de beschikking geschorst voor de duur van één jaar. Echter, het gerechtshof heeft dit vonnis later vernietigd en de vordering afgewezen. Hierop hebben de moeder en grootouders cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit arrest is uitgesproken op 23 mei 2008 door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.