ECLI:NL:HR:2008:BC8229
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 april 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank te Zwolle. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. T. Volckmann, had verzocht om herziening van zijn veroordeling voor verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid, waarvoor hij een gevangenisstraf van negen maanden had gekregen, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op nieuwe verklaringen van de aangeefster en andere getuigen die zouden aantonen dat de aanvrager ten onrechte was veroordeeld. De aangeefster had in haar verklaring aangegeven dat zij zich de gebeurtenissen niet meer kon herinneren en dat zij onder druk van anderen had verklaard. De Hoge Raad oordeelde echter dat de nieuwe verklaringen onvoldoende steun boden voor de stelling dat de aanvrager onterecht was veroordeeld. De verklaringen waren voornamelijk gebaseerd op horen zeggen en gaven geen ernstig vermoeden dat, indien deze verklaringen eerder bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage kennelijk ongegrond was en wees deze af.