ECLI:NL:HR:2008:BD2447
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie in het belang der wet betreffende de uitleg van de Overleveringswet en de vereisten voor een Europees aanhoudingsbevel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure in het belang der wet, ingediend door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad. De zaak betreft de weigering van de Rechtbank Amsterdam om overlevering te verlenen aan Spanje op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De Rechtbank oordeelde dat het EAB niet voldeed aan de eisen van de Overleveringswet (OLW), omdat het niet de tekst van de toepasselijke wettelijke bepalingen bevatte. De Hoge Raad heeft deze opvatting verworpen en geoordeeld dat de OLW niet vereist dat de tekst van de relevante wettelijke bepalingen in het EAB moet worden opgenomen. De Hoge Raad benadrukte dat de OLW en het Kaderbesluit van de Europese Unie, dat de basis vormt voor het EAB, moeten worden uitgelegd in het licht van het doel om de overleveringsprocedures te vereenvoudigen en te versnellen. De Hoge Raad concludeerde dat de uitleg van de Rechtbank onjuist was en dat de verplichting om de tekst van de toepasselijke wettelijke bepalingen te overleggen niet voortvloeit uit de OLW of het Kaderbesluit. De uitspraak van de Rechtbank werd vernietigd, en de Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan.