ECLI:NL:HR:2008:BD5015
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurrecht geschil tussen verhuurder en curator over huurovereenkomst en indeplaatsstelling
In deze zaak gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen de verhuurder van een bedrijfsruimte en de curator van de gefailleerde huurder, PSSST Amigo Arnhem B.V. De curator, Willem Dirk Huizinga, heeft de verhuurder gedagvaard met de vordering dat de huurovereenkomst tussen de verhuurder en Amigo voortduurt en dat de huuropzegging van de verhuurder nietig is. De curator stelt dat er met ingang van 1 januari 2000 een huurovereenkomst is gesloten voor het bedrijfspand aan de [a-straat 1] te [plaats] tegen een huurprijs van € 4.084,02 per maand, met enkel de wettelijke bepalingen van toepassing. Tevens vraagt de curator om toestemming om Café Zilver B.V. als nieuwe huurder in de plaats van Amigo te stellen.
De verhuurder heeft de vorderingen bestreden en in voorwaardelijke reconventie gevorderd dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en in onvoorwaardelijke reconventie dat het bedrijfspand door de curator wordt ontruimd. De kantonrechter heeft in een vonnis van 13 december 2004 de vorderingen van de curator toegewezen, maar de vordering in reconventie afgewezen. De verhuurder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 21 november 2006 het vonnis van de kantonrechter heeft bekrachtigd, met enkele aanpassingen aan de bepalingen van de huurovereenkomst.
De curator heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft op 12 september 2008 het beroep in cassatie verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan de zijde van de verhuurder, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat verdere motivering nodig is, aangezien deze klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.