ECLI:NL:HR:2008:BD5511
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onvoldoende gespecificeerd aanbod tot het leveren van nader bewijs in huwelijksgemeenschap
In deze zaak heeft de vrouw de man gedagvaard voor de rechtbank Utrecht met verschillende vorderingen met betrekking tot de ontbonden huwelijksgemeenschap. De vrouw eiste onder andere dat de man binnen twee weken na betekening van het vonnis alle inlichtingen zou verstrekken over de vermogensbestanddelen van de huwelijksgemeenschap en dat hij een boedelbeschrijving zou opmaken. De rechtbank heeft op 26 november 2003 de man veroordeeld om aan deze vorderingen te voldoen, onder verbeurte van een dwangsom. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 december 2006 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de vorderingen van de vrouw heeft ontzegd.
Tegen dit arrest heeft de vrouw cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten van de vrouw in het cassatiemiddel verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren van de Hoge Raad en openbaar uitgesproken op 5 september 2008. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende specificatie in bewijsaanbiedingen in het kader van huwelijksgemeenschappen en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van rechtsontwikkeling.