ECLI:NL:HR:2008:BD5520
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Geldigheid van borgtocht zonder maximumbedrag in overeenkomsten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 september 2008 uitspraak gedaan over de geldigheid van een borgtocht in het kader van overeenkomsten tussen Creve Drinks en de hoofdschuldenaren. Creve Drinks had de hoofdschuldenaren, die in staat van faillissement waren verklaard, aangesproken op hun verplichtingen uit een borgtocht. De rechtbank had de vordering van Creve Drinks afgewezen, omdat de borgtocht niet geldig zou zijn zonder een overeengekomen maximumbedrag. Het gerechtshof bekrachtigde dit vonnis in hoger beroep. Creve Drinks ging in cassatie, waarbij de vraag centraal stond of de borgtocht geldig was, ondanks het ontbreken van een maximumbedrag in de overeenkomst.
De Hoge Raad oordeelde dat volgens artikel 7:858 BW een borgtocht slechts geldig is voor zover een in geld uitgedrukt maximumbedrag is overeengekomen, indien het bedrag van de verbintenis van de hoofdschuldenaar op het moment van het aangaan van de borgtocht niet vaststaat. In deze zaak was het bedrag van de verbintenis van de hoofdschuldenaren niet vastgelegd, waardoor de borgtocht nietig was. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van Creve Drinks toegewezen.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het vastleggen van een maximumbedrag in borgtochten, vooral in situaties waar de verbintenis van de hoofdschuldenaar niet duidelijk is. De beslissing heeft implicaties voor de rechtspraktijk, vooral voor partijen die borgstellingen aangaan zonder duidelijke afspraken over de omvang van hun verplichtingen.