ECLI:NL:HR:2008:BD6837
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over omkering van de bewijslast bij verontreinigingsheffing oppervlaktewateren
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van B.V. X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 3 mei 2007. De zaak betreft aanslagen in de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren opgelegd door het Waterschap De Maaskant voor de jaren 1998 en 1999. Na bezwaar tegen deze aanslagen heeft de ambtenaar belast met de heffing de aanslagen gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een belangrijke procedurele fout heeft gemaakt. De rechter moet, indien hij overweegt om de bewijslast om te keren op basis van artikel 27e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de belanghebbende de gelegenheid bieden om zich hierover uit te laten. Dit was in deze zaak niet gebeurd, waardoor de uitspraak van het Hof niet aan de eisen van de wet voldeed. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en vernietigde de uitspraak van het Hof voor zover deze betrekking had op de aanslag voor het jaar 1999. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Daarnaast werd het Waterschap Aa en Maas veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. De uitspraak benadrukt het belang van een goede procesorde en de rechten van belanghebbenden in belastingzaken, vooral als het gaat om de omkering van de bewijslast.