ECLI:NL:HR:2008:BD8772

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
43523
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A-G Overgaauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afschrijving op opstallen en economische eigendom in het belastingrecht

In deze zaak gaat het om de vraag of belanghebbende, samen met zijn broer, recht heeft op afschrijving op de opstallen van een bedrijfscomplex dat wordt geëxploiteerd door B B.V., een vennootschap waarvan zij beide directeur zijn. De broers zijn ieder voor de helft gerechtigd tot de aandelen in Beheer B.V., die op haar beurt alle aandelen in B B.V. houdt. De broers zijn ook maat in een maatschap die onroerende zaken verhuurt aan B B.V. De economische eigendom van de onroerende zaken is op 12 oktober 1998 door Beheer B.V. aan de broers overgedragen voor een bedrag van f 1.085.000.

De centrale vraag in deze procedure is of belanghebbende op de opstallen mag afschrijven op basis van artikel 35 van de Wet IB 1964. Het Hof heeft geoordeeld dat dit niet het geval is, omdat de overeenkomst volgens hen praktische betekenis mist. Het Hof heeft gesteld dat er geen bewijs is dat Beheer B.V. ooit de economische eigendom van de opstallen heeft gehad. Dit oordeel wordt door A-G Overgaauw als onterecht bestreden. De A-G stelt dat de broers, als (economisch) eigenaren van de opstallen, recht hebben op afschrijving.

De A-G wijst erop dat het Hof niet heeft overwogen dat belanghebbende in de gelegenheid had moeten worden gesteld om zich uit te laten over de hoogte van de afschrijvingen, voordat het Hof oordeelde dat de overeenkomst geen betekenis heeft. Dit gebrek aan procesorde leidt tot de conclusie dat de klachten van belanghebbende gegrond zijn. De A-G concludeert dat het beroep gegrond verklaard moet worden, wat betekent dat de zaak opnieuw beoordeeld moet worden met inachtneming van de juiste procesorde.

Uitspraak

Uitspraak wordt niet gepubliceerd