ECLI:NL:HR:2008:BD9487
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van aanslag baatbelasting centrum Geleen 1997 en verwijzing naar Gerechtshof
In deze zaak gaat het om de cassatie van een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de aanslag in de baatbelasting centrum Geleen 1997 van de gemeente Geleen werd vernietigd. De belanghebbende, eigenaar van een onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z, had een aanslag van ƒ 5778 ontvangen. Na bezwaar werd deze aanslag gehandhaafd door het hoofd van de stafafdeling Financiën en Bedrijfsbeheer van de gemeente Geleen. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslag vernietigde. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen stelde cassatie in tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende inzicht heeft gegeven in de kosten die verband houden met de herinrichting van het centrum van Geleen, zoals vereist door artikel 222, lid 1, van de Gemeentewet. De gemeente had een verordening opgesteld voor de baatbelasting, maar het Hof heeft niet adequaat beoordeeld of de kosten die door de gemeente zijn gepresenteerd, daadwerkelijk als verhaalbaar kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing.
De Hoge Raad benadrukt dat de gemeente in haar pleitnotities onvoldoende heeft aangetoond dat de kosten van de herinrichting niet alleen onderhoudskosten zijn, maar ook kosten van voorzieningen die onder de baatbelasting vallen. Dit gebrek aan motivering leidt tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.