ECLI:NL:HR:2008:BF0271
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring van voorwaardelijk opzet op de dood van een persoon na schietincident
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor het schieten in de richting van een persoon, waarbij hij een semi-automatisch pistool gebruikte. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte opzettelijk had geschoten, maar de Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof onvoldoende was gemotiveerd. De verdachte had verklaard dat hij had geschoten om de jongens met wie hij onenigheid had bang te maken, en niet met de intentie om [slachtoffer] te doden. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van een aanmerkelijke kans dat de verdachte [slachtoffer] dodelijk zou treffen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over het tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij het vaststellen van opzet en de beoordeling van de risico's van schietincidenten.