ECLI:NL:HR:2008:BF0378

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/115HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij overeenkomst van opdracht tot bouw van een machine en onrechtmatige daad

In deze zaak heeft [eiser] Metzeecon V.O.F. en andere verweerders gedagvaard voor de rechtbank Breda, waarbij hij vorderde dat Metzeecon c.s. zouden worden veroordeeld tot betaling van schade die hij had geleden en nog zou lijden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met rente en kosten. De rechtbank heeft op 6 april 2005 de vordering afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 januari 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Metzeecon c.s. zijn niet verschenen in de cassatieprocedure. De zaak is door de advocaat van [eiser] toegelicht. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Metzeecon c.s. op nihil zijn begroot. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

24 oktober 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/115HR
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.A. van der Hansz,
t e g e n
1. METZEECON V.O.F.,
gevestigd te Nieuwendijk, gemeente Werkendam,
2. [Verweerder 2],
3. [Verweerder 3],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Metzeecon c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 11 maart 2004 Metzeecon c.s. gedagvaard voor de rechtbank Breda en gevorderd, kort gezegd, Metzeecon c.s. uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling van de door [eiser] reeds geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met rente en kosten.
Metzeecon c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na comparitie van partijen, bij vonnis van 6 april 2005 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 16 januari 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Metzeecon c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding
in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Metzeecon c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren, A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 oktober 2008.