ECLI:NL:HR:2008:BF0378
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij overeenkomst van opdracht tot bouw van een machine en onrechtmatige daad
In deze zaak heeft [eiser] Metzeecon V.O.F. en andere verweerders gedagvaard voor de rechtbank Breda, waarbij hij vorderde dat Metzeecon c.s. zouden worden veroordeeld tot betaling van schade die hij had geleden en nog zou lijden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met rente en kosten. De rechtbank heeft op 6 april 2005 de vordering afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 januari 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Metzeecon c.s. zijn niet verschenen in de cassatieprocedure. De zaak is door de advocaat van [eiser] toegelicht. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Metzeecon c.s. op nihil zijn begroot. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.