ECLI:NL:HR:2008:BF0799
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens snelheidsovertreding met onbekende bestuurder
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2008 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank Alkmaar. De aanvrager was op 21 december 2007 veroordeeld voor een snelheidsovertreding die op 2 maart 2007 was begaan met een personenauto met kenteken [00-AA-BB]. De aanvrager stelde dat hij niet de bestuurder was van de auto en dat de overtreding door een onbekende persoon was begaan. Hij voerde aan dat hij contact had gehad met het autobedrijf dat de auto op zijn naam had gezet en dat de politie op de hoogte was van de identiteit van de werkelijke bestuurder, die schuld had bekend.
De Hoge Raad oordeelde dat de feiten en omstandigheden die de aanvrager in zijn verzoek tot herziening aanvoerde, niet nieuw waren voor de rechter die de oorspronkelijke veroordeling had uitgesproken. De rechter was al bekend met de verklaringen van de aanvrager en de administratieve sancties die eerder waren ongedaan gemaakt. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag tot herziening kennelijk ongegrond was, omdat de aanvrager niet had aangetoond dat er nieuwe feiten waren die een andere uitkomst van de zaak zouden rechtvaardigen.
De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening afgewezen, waarmee de eerdere veroordeling van de aanvrager in stand bleef. Dit arrest benadrukt het belang van het aanleveren van nieuwe en relevante bewijsstukken bij een herzieningsverzoek, en dat de rechter niet opnieuw kan oordelen over feiten die al eerder zijn behandeld.