ECLI:NL:HR:2008:BF8839
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewezenverklaring van afpersing en diefstal met geweld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van afpersing en diefstal met geweld, gepleegd op 3 januari 2006 te Utrecht. De Hoge Raad oordeelde dat uit de bewijsmiddelen niet zonder meer kon worden afgeleid dat de verdachte tezamen en in vereniging met een ander het slachtoffer had afgeperst en diens geld had weggenomen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen ten aanzien van de bewezenverklaring en de strafoplegging. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde, de strafoplegging en de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de uitspraak in stand blijven. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor de bewezenverklaring van strafbare feiten, vooral in gevallen van geweld en afpersing.