ECLI:NL:HR:2008:BG1213
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Arbeidsgeschil over ontslag werknemer in proeftijd; eisen van goed werknemerschap
In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen Bezo-CONSULT B.V. en een werknemer, hier aangeduid als [verweerder], die in proeftijd was ontslagen. Bezo heeft de werknemer gedagvaard voor de kantonrechter te Utrecht, waarbij zij een bedrag van € 36.537,80 vorderde, inclusief rente en kosten. De werknemer heeft de vordering bestreden. De kantonrechter heeft op 14 mei 2003 de werknemer veroordeeld tot betaling van € 11.435,26, met rente. Hierop heeft de werknemer hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 februari 2007 het vonnis van de kantonrechter heeft vernietigd en de vordering van Bezo geheel heeft afgewezen.
Bezo heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Bezo veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de werknemer zijn begroot op € 1.166,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 12 december 2008 door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser en E.J. Numann.