ECLI:NL:HR:2009:BC2871
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G Niessen
- Rechtspraak.nl
Regulering van mineralenheffingen onder de Meststoffenwet en de rechtsgeldigheid daarvan
In deze zaak heeft de Advocaat-Generaal (A-G) Niessen conclusies getrokken in vijftien zaken die betrekking hebben op heffingen ingevolge de Meststoffenwet. Drie van deze zaken zijn door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in cassatie gebracht, terwijl de overige zaken door belanghebbenden bij de Hoge Raad zijn aangemeld. De zaken zijn gerelateerd aan de regulerende mineralenheffingen die van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2005 golden, bekend als het mineralenaangiftesysteem (MINAS). Dit systeem hield in dat er heffingen werden geheven op basis van de belastbare hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat en stikstof.
De A-G heeft uiteengezet dat er twee systemen waren voor de bepaling van de grondslag van de heffingen: forfaitaire mineralenheffingen en verfijnde mineralenheffingen. Bij de forfaitaire heffingen werd gebruikgemaakt van forfaits, terwijl de verfijnde heffingen gebaseerd waren op werkelijke hoeveelheden fosfaat en stikstof. De ministeriële regeling die op basis van de Meststoffenwet was uitgevaardigd, stelde dat de vaststelling van de gehaltes plaatsvond door middel van steekproefonderzoek, met een nauwkeurigheidsnorm van 15%.
Echter, uit onderzoek bleek dat de werkelijke fosfaatgehaltes vaak meer dan 15% afweken van de gemeten gehaltes, wat leidde tot de conclusie van A-G Niessen dat de opgelegde heffingen niet in stand konden blijven. De A-G heeft ook de vraag behandeld of de nauwkeurigheidsnorm van 15% in strijd is met het recht, wat hij ontkennend heeft beantwoord. Verder heeft hij zich uitgesproken over de vraag of het MINAS-systeem in strijd is met de Europese Nitraatrichtlijn en het recht op bescherming van eigendom volgens het EVRM, waarbij hij beide vragen ontkennend heeft beantwoord.
De conclusies van de A-G strekken tot gegrondverklaring van het beroep in de zaken waarin de Minister cassatie heeft ingesteld, behoudens ten aanzien van de fosfaatheffing die door het Hof 's-Hertogenbosch terecht was vernietigd. In de overige zaken strekken de conclusies eveneens tot gegrondverklaring van het beroep voor zover het de fosfaatheffing betreft, die door de hoven ten onrechte niet vernietigd was. De uitspraak wordt niet gepubliceerd.