ECLI:NL:HR:2009:BG2191
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de omvang van beklag en wettelijke rente in het kader van inbeslagname
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure die is ingesteld door de klager, die in 2001 geldbedragen in beslag heeft zien genomen door het Openbaar Ministerie. De klager heeft een verzoek ingediend tot teruggave van deze inbeslaggenomen bedragen, alsook om vergoeding van wettelijke rente en de kosten van zijn raadsman. De Rechtbank te Amsterdam heeft in een eerdere beschikking de klager deels niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken. De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld en zich gebogen over de vraag of de klager recht heeft op wettelijke rente en vergoeding van de kosten van de raadsman. De Hoge Raad oordeelt dat de artikelen 552a en 591 van het Wetboek van Strafvordering niet voorzien in de mogelijkheid om wettelijke rente te vorderen over de terug te geven bedragen, noch in de mogelijkheid om een akte van aansprakelijkstelling te vragen. De Hoge Raad stelt vast dat de klager niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoeken, omdat deze verzoeken buiten de reikwijdte van de genoemde artikelen vallen. De Hoge Raad wijst erop dat de wettelijke rente pas verschuldigd is als er sprake is van schadevergoeding wegens vertraging in de voldoening van een geldsom. De beslissing van de Rechtbank wordt bevestigd, en het beroep van de klager wordt verworpen.