ECLI:NL:HR:2009:BG5047

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03971
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Hammerstein
  • O. de Savornin Lohman
  • W.D.H. Asser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen voormalige echtelieden over wijziging omgangsregeling en hoofdverblijfplaats minderjarige kinderen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de vader en de moeder van minderjarige kinderen over de wijziging van de omgangsregeling en de hoofdverblijfplaats van de kinderen. De vader heeft op 5 juni 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Arnhem, waarin hij primair verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te vestigen en een uitgebreide omgangsregeling voor de moeder vast te stellen. Subsidiair vroeg hij om de hoofdverblijfplaats bij de moeder te laten, maar met een verzoek om vervangende toestemming voor onderwijs aan de [A] school te [plaats A]. De moeder heeft het verzoek bestreden.

De rechtbank heeft op 17 januari 2008 het verzoek van de vader afgewezen en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder vastgesteld. De vader werd verplicht om medewerking te verlenen aan de inschrijving van de kinderen op het nieuwe adres in [plaats B] en er werd een tijdelijke omgangsregeling vastgesteld. De vader heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 17 juni 2008 de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk heeft vernietigd en een nieuwe omgangsregeling heeft vastgesteld.

Tegen deze beschikking heeft de vader cassatie ingesteld. In cassatie is geen verweer gevoerd. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 9 januari 2009 de klachten van de vader in het cassatiemiddel verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door voorzitter A. Hammerstein.

Uitspraak

9 januari 2009
Eerste Kamer
08/03971
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vader],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.C.J. Smallenbroek,
t e g e n
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en de moeder.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 5 juni 2007 ter griffie van de rechtbank te Arnhem ingediend verzoekschrift heeft de vader zich gewend tot die rechtbank en onder meer verzocht
Primair:
* te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijf bij de vader zullen hebben en dat de moeder een uitgebreide omgangsregeling zal hebben met de kinderen;
* vervangende toestemming in de plaats van de moeder te verlenen en te bepalen dat de kinderen onderwijs zullen blijven volgen aan de [A] school te [plaats A];
Subsidiair:
* te bepalen dat de kinderen het hoofdverblijf bij de moeder zullen hebben;
* vervangende toestemming in de plaats van de moeder te verlenen en te bepalen dat de kinderen onderwijs zullen blijven volgen aan de [A] school te [plaats A];
* een omgangsregeling tussen de kinderen en de vader vast te stellen;
Meer subsidiair:
* te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijf bij de moeder zullen hebben;
* vervangende toestemming in de plaats van de moeder te verlenen en te bepalen dat de kinderen gedurende het schooljaar 2007/2008 en 2008/2009 onderwijs zullen blijven volgen aan de [A] school te [plaats A];
* een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen vast te stellen.
De moeder heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft, na partijen te hebben verwezen naar mediation en een mondelinge behandeling, bij beschikking van 17 januari 2008 het verzoek van de vader tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen afgewezen, de hoofdverblijfplaats van de kinderen vastgesteld bij de moeder, bepaald dat de vader zijn medewerking dient te verlenen aan de inschrijving van de kinderen na de verhuizing van de kinderen op het adres in [plaats B], bepaald dat de kinderen in ieder geval tot de zomervakantie van 2008 onderwijs blijven volgen aan hun huidige school in [plaats A], een tijdelijke omgangsregeling met de vader en de kinderen vastgesteld en het meer of anders verzochte afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft de vader hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. De moeder heeft incidenteel beroep ingesteld. Bij beschikking van 17 juni 2008 heeft het hof in het incidenteel en principaal beroep de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek in het incident, de bestreden beschikking vernietigd voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en daarbij een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen is vastgesteld en, in zoverre opnieuw beschikkende, een nieuwe omgangsregeling vastgesteld, de bestreden beschikking voor het overige bekrachtigd en het meer of anders verzochte afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
In cassatie is geen verweer gevoerd.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de vader heeft bij brief van 28 november 2008 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 9 januari 2009.