ECLI:NL:HR:2009:BG5051
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en planschadevergoeding in het kader van bestemmingsplannen
In deze zaak gaat het om een geschil over onrechtmatige overheidsdaad en de vergoeding van planschade. De eiseres heeft de Staat der Nederlanden en andere partijen gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld die betrekking hebben op onrechtmatig handelen van de Staat en andere overheidsinstanties. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres afgewezen, waarna zij in hoger beroep ging bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, wat leidde tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de goedkeuring van een bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten rechtmatig was en of de eiseres recht heeft op schadevergoeding. De zaak draait om de formele rechtskracht van het bestemmingsplan en de toelaatbaarheid van nieuwe grieven in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van eiseres niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en oordeelt dat de eiseres in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 6 maart 2009, waarbij de vice-president en de raadsheren de zaak hebben behandeld. De uitspraak heeft implicaties voor de beoordeling van planschade en de rechtskracht van bestemmingsplannen, en benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het hoger beroep.