ECLI:NL:HR:2009:BG5845

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03414
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Hammerstein
  • O. de Savornin Lohman
  • W.D.H. Asser
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiegeschil tussen gewezen echtgenoten en kinderalimentatie met onvoldoende onderbouwing van draagkracht

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een alimentatiegeschil tussen gewezen echtgenoten en de kinderalimentatie. De vrouw heeft op 25 augustus 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarin zij de man verzocht te veroordelen tot betaling van € 130,-- per maand voor de minderjarige dochter, met ingang van 1 januari 2006, en € 400,-- per maand als bijdrage in haar levensonderhoud, met ingang van de indiening van het verzoekschrift. De man heeft geen verweerschrift ingediend, waarna de rechtbank op 15 december 2006 het verzoek van de vrouw heeft toegewezen.

De man heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 14 mei 2008 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beschikking heeft de man cassatie ingesteld. De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 6 februari 2009 door de raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

6 februari 2009
Eerste Kamer
08/03414
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 25 augustus 2006 ter griffie van de rechtbank 's-Hertogenbosch ingediend verzoekschrift heeft de vrouw zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, de man te veroordelen tot betaling aan de vrouw van een bedrag van € 130,-- per maand als onderhouds-bijdrage ten behoeve van de minderjarige [dochter] met ingang van 1 januari 2006 en tot betaling van een bedrag van € 400,-- per maand als bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw met ingang van indiening van het verzoekschrift.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft bij beschikking van 15 december 2006 het verzoek van de vrouw toegewezen.
Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij beschikking van 14 mei 2008 heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 6 februari 2009.