ECLI:NL:HR:2009:BG6440
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en vorderingen na verkoop adviespraktijk
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser en verweerder na de verkoop van een adviespraktijk. Verweerder heeft eiser gedagvaard voor de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld tot levering van een pand en schadevergoeding wegens toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van eerdere overeenkomsten. De rechtbank heeft de vorderingen van verweerder afgewezen, waarna verweerder hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. In hoger beroep heeft verweerder zijn eis gewijzigd en opnieuw vorderingen ingesteld, waaronder de levering van het pand en schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen van eiser. Het hof heeft de vorderingen van verweerder niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, maar heeft eiser wel veroordeeld tot schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, waarbij de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft eiser ook in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.