ECLI:NL:HR:2009:BG6450

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/080HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over procesrecht en hoor en wederhoor in Antillenzaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden is gebracht, betreft het een geschil tussen [eiseres] en CORAL ESTATE RESORT DEVELOPMENT N.V. (CERD) over een vordering tot betaling. [Eiseres] had op 4 december 2003 een verzoekschrift ingediend bij het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waarin zij CERD verzocht om op verkorte termijn een door het gerecht te bepalen bedrag te betalen. CERD heeft de vordering bestreden en in reconventie een schadevergoeding geëist wegens onrechtmatig handelen van [eiseres]. Het gerecht heeft in een tussenvonnis van 31 mei 2004 de reconventionele vordering afgewezen en na meerdere tussenvonnissen, waarin een deskundige werd benoemd, heeft het gerecht op 13 maart 2006 de vordering in conventie afgewezen.

Hierop heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Het hof heeft op 23 januari 2007 het vonnis van het gerecht bevestigd. Tegen dit vonnis heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De advocaat van [eiseres] heeft hierop gereageerd.

De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van CERD zijn begroot op € 2.096,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 februari 2009
Eerste Kamer
Nr. R07/080HR
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
CORAL ESTATE RESORT DEVELOPMENT N.V.,
gevestigd op Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en CERD.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 4 december 2003 ter griffie van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen zittingsplaats Curaçao, ingekomen verzoekschrift heeft [eiseres] zich gewend tot dat gerecht en verzocht uitvoerbaar bij voorraad CERD te veroordelen om op verkorte termijn aan [eiseres] te betalen een bedrag waarvan de omvang door het gerecht in goede justitie ware te bepalen.
CERD heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd [eiseres] te veroordelen om aan CERD te betalen de door CERD geleden schade wegens onrechtmatig handelen, zulks op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Het gerecht heeft, na tussenvonnis van 31 mei 2004 waarbij de vordering in reconventie is afgewezen en na een aantal tussenvonnissen waarin onder meer een deskundige is benoemd voor het opmaken van een deskundigenbericht, bij eindvonnis van 13 maart 2006 de vordering in conventie afgewezen.
Tegen het eindvonnis van 13 maart 2006 heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna: het hof.
Bij vonnis van 23 januari 2007 heeft het hof het vonnis van het gerecht bevestigd.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
CERD heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 16 december 2008 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van CERD begroot op € 2.096,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 13 februari 2009.