ECLI:NL:HR:2009:BG6541

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11112
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Loman
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake belaging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 5 april 2007 werd gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belaging. De verdachte, geboren in 1966, had zich schuldig gemaakt aan herhaaldelijke toenaderingen tot het slachtoffer, wat leidde tot de beschuldiging van stelselmatige belaging. De verdediging voerde aan dat de toenaderingen niet voldoende frequent waren om van stelselmatigheid te kunnen spreken en dat het sms-gedrag van de verdachte niet wederrechtelijk was, omdat het slachtoffer niet had aangegeven dat zij niet gediend was van de contacten. Deze verweren werden echter weerlegd door de bewijsmiddelen die in de zaak aanwezig waren.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president A.J.A. van Dorst, heeft op 10 februari 2009 uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van cassatie niet kon leiden tot cassatie, en dat er geen nadere motivering nodig was, gezien artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, omdat het de criteria voor stelselmatige belaging verduidelijkt en de rol van de bewijsmiddelen in dergelijke zaken benadrukt.

Uitspraak

10 februari 2009
Strafkamer
nr. S 07/11112
Gra/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 5 april 2007, nummer 21/003253-06, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Loman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 10 februari 2009.