ECLI:NL:HR:2009:BG9458
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Pensioenverevening en afstortingsplicht van vennootschap van ex-echtgenoot
In deze zaak gaat het om de pensioenverevening tussen [eiseres] en haar ex-echtgenoot [betrokkene 1], waarbij de Hoge Raad op 20 maart 2009 uitspraak doet. [Eiseres] heeft haar ex-echtgenoot en twee vennootschappen gedagvaard om te voldoen aan haar vorderingen met betrekking tot de afstorting van pensioenverplichtingen. De rechtbank heeft in eerste aanleg een deel van de vorderingen toegewezen, maar het gerechtshof heeft dit vonnis in hoger beroep vernietigd. [Eiseres] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat de vordering tot afstorting heeft afgewezen. De Hoge Raad oordeelt dat de vennootschap niet verplicht is tot afstorting van pensioenverplichtingen jegens [eiseres] zonder uitdrukkelijke overeenkomst. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een duidelijke overeenkomst tussen partijen voor de afstorting van pensioenrechten, en dat de redelijkheid en billijkheid in de rechtsverhouding tussen ex-echtgenoten ook van invloed zijn op de verplichtingen van de vennootschap.