ECLI:NL:HR:2009:BH3280
Hoge Raad
- Herziening
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest inzake poging tot zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2009 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De aanvraagster, geboren in 1944, was eerder door het Hof veroordeeld tot een taakstraf van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis, wegens poging tot zware mishandeling. De aanvraag tot herziening was ingediend naar aanleiding van een arrest van het Hof van 29 augustus 2005, dat het vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Hertogenbosch van 10 december 2004 vernietigde.
De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, met name art. 457 en 459 Sv. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten die gesteld zijn voor herziening. De aanvrage bevatte geen feitelijke omstandigheden die niet eerder aan de orde waren gekomen tijdens de rechtszittingen, noch een opgave van bewijsmiddelen die de gestelde omstandigheden konden onderbouwen. Hierdoor kon de aanvraag niet worden ontvangen.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere veroordeling van de aanvraagster in stand bleef. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.F. Groos, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.