ECLI:NL:HR:2009:BH4032

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/128HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beroepsaansprakelijkheid van een notaris in een Antilliaanse zaak

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Armara Real Estate N.V. en een notaris, waarbij de eisers, gevestigd op Curaçao, de notaris beschuldigen van wanprestatie en onrechtmatige daad. De eisers hebben op 21 januari 2005 een verzoekschrift ingediend bij het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waarin zij vorderden dat de notaris aansprakelijk zou worden gesteld voor de schade die zij zouden hebben geleden door de handelwijze van de notaris. Het gerecht heeft op 26 juni 2006 de vordering van de eisers afgewezen en hen niet-ontvankelijk verklaard. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 3 april 2007 het vonnis van het gerecht heeft bevestigd.

Tegen deze beslissing hebben de eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De notaris heeft in cassatie geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 24 april 2009 het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

24 april 2009
Eerste Kamer
R07/128HR
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. ARMARA REAL ESTATE N.V.,
gevestigd op Curaçao, Nederlandse Antillen,
2. [Eiser 2],
wonende op Curaçao, Nederlandse Antillen,
3. [eiseres 3],
wonende op Curaçao, Nederlandse Antillen,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerder],
wonende op Curaçao, Nederlandse Antillen,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Armara c.s. en de notaris; eisers tot cassatie afzonderlijk ook als Armara respectievelijk [eisers 2 en 3].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 21 januari 2005 ter griffie van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, ingekomen verzoekschrift hebben Armara c.s. zich gewend tot dat gerecht en gevorderd dat het gerecht voor recht zal verklaren dat de handelwijze van de notaris (zoals omschreven in het verzoekschrift) ten opzichte van Armara c.s. is te kwalificeren als wanprestatie of onrechtmatige daad op basis waarvan de notaris is gehouden de daardoor aan Armara c.s. veroorzaakte schade te vergoeden, en dat het gerecht de notaris zal veroordelen tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met rente en kosten.
De notaris heeft de vordering bestreden.
Het gerecht heeft bij vonnis van 26 juni 2006 [eisers 2 en 3] niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering en de vordering van Armara afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben Armara c.s. hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna: het hof.
Bij vonnis van 3 april 2007 heeft het hof het vonnis van het gerecht bevestigd.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof hebben Armara c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De notaris heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de notaris mede door mr. M.W.E. Lohman, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Armara c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de notaris begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 april 2009.