a. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [het slachtoffer]:
"Ik doe aangifte van mishandeling gepleegd door mijn man in de periode van 29 januari 2000 en 17 augustus 2005.
Vanaf maart 2005 was [verdachte] weer bij mij en de kinderen in huis gekomen. Op een donderdag in mei kregen wij ruzie. Ik zat op de grond bij het raam. Ik was bang en in elkaar gekropen riep ik: 'ga alsjeblieft weg'. Ik was bang voor mijzelf, bang voor mijn dochtertje van 1,5 in mijn armen en mijn dochtertje van 2 die stond te huilen. Ik zag dat [verdachte] met de waterkoker boven mij stond. Ik zag dat [verdachte] de waterkoker hoog in de lucht bracht. Ik probeerde mijn dochter te beschermen door mijn armen om haar heen te slaan. Ik zag dat [verdachte] de waterkoker gooide in de richting van mijn hoofd. Ik voelde dat de waterkoker met een harde klap op mijn hoofd terecht kwam. Ik voelde de pijnscheut door mijn schedel gaan. Ik voelde de pijn in mijn hoofd. De waterkoker viel stuk op de verwarming. Ik voelde vervolgens dat [verdachte] aan mijn haren trok. Ik probeerde weerstand te bieden maar dat deed te veel pijn. Ik wilde mijn dochter niet loslaten maar de pijn was ondraaglijk en ik liet haar los. Ik zag dat [verdachte] blind van woede was en ik dacht laat hem die agressie maar op mij richten en niet op mijn kinderen. [Verdachte] sleurde mij dus mee de slaapkamer in en gooide mij daar op het bed. Ik schreeuwde en huilde en probeerde om hulp te roepen.
Op het bed voelde ik dat [verdachte] mij kennelijk opzettelijk met een vuist in mijn gezicht sloeg. Ik bleef maar schreeuwen. [Verdachte] kneep vervolgens mijn keel dicht. Ik kreeg geen adem en hapte naar lucht. Ik was bang dat [verdachte] mij van het leven zou beroven.
Een week later op vrijdagavond werd ik weer door [verdachte] door het huis heengeslagen, wederom naar aanleiding van een ruzie. Ik ben toen met het oudste kind de straat opgerend. Vervolgens heb ik bij de buren aangebeld en via tussenkomst van zijn zus mijn jongste kind opgehaald. Op zaterdag ben ik met mijn zus terug gegaan naar mijn woning om spullen op te halen voor mij en mijn kinderen. Toen ik de trap af wilde lopen naar beneden voelde ik dat ik aan mijn haren weer de woning werd in gesleurd, terwijl mijn zus voor de deur in de auto stond te wachten. Ik voelde dat [verdachte] met kracht aan mijn haren trok. In de woning werd ik over het bed gegooid en [verdachte] kwam boven op mij zitten en kneep mijn keel dicht. Om mijzelf te verdedigen krabde ik [verdachte] op zijn blote bovenlichaam waar ik maar kon. Hetgeen niet hielp want [verdachte] bleef mijn keel maar dicht knijpen. Op een gegeven moment liep [verdachte] weer weg.
Er ontstond vervolgens weer een woordenwisseling. [Verdachte] sloeg mij vervolgens met mijn hoofd tegen de deur van het toilet.
Het weekend erna gingen mijn zussen op vakantie. Op die zondagavond kreeg ik ruzie met [verdachte] over het feit dat hij met iemand via het internet contact onderhield. Ik liep met mijn jongste kind in mijn armen richting de computer, voordat ik het door had, voelde ik een harde klap op mijn linkeroog. Ik viel achterover op de bank en zakte onderuit. Ik voelde de pijn door mijn hoofd gaan. Ik voelde dat mijn oog opzwol en gloeide. Ik plaatste mijn kind in het kinderzitje en kwam even bij in de keuken. Later kwam mijn jongere broer mijn oudste dochter brengen. Mijn broer schrok van het feit dat ik een blauw oog had, maar ik wilde niet dat hij iets zou ondernemen anders zou het allemaal alleen maar erger worden.
De vrijdag erop kreeg ik weer ruzie met [verdachte] over de fiets van mijn zus. Omdat [verdachte] zijn zin had gezet op de fiets van mijn zus en ik dit bleef weigeren voelde ik dat hij mij kennelijk opzettelijk met kracht in mijn gezicht sloeg. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij een keer met de vlakke hand sloeg en een keer met zijn vuist. Ik voelde wederom pijn door mijn gezicht gaan. Ik voelde dat de rechterzijde van mijn gezicht opzwol.
De maandag erop ben ik voor het eerst naar mijn huisarts gegaan. Ik heb mijn huisarts kort verteld wat er gaande is. De huisarts heeft mijn letsel bekeken en voor mij een letselbrief geschreven."