ECLI:NL:HR:2009:BH9156
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen kantonrechtersvonnis inzake huurovereenkomst en stookkosten
In deze zaak heeft Aegon Woningen B.V. [eiseres] gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Gravenhage, waarbij Aegon vorderde dat [eiseres] zou worden veroordeeld tot betaling van stook- en servicekosten over de periode van 1 juli 2001 tot 1 juli 2004, vermeerderd met vertragingsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft op 5 april 2007 [eiseres] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.472,29, te vermeerderen met de contractueel bedongen rente. Tegen dit vonnis heeft [eiseres] cassatie ingesteld, waarbij de cassatiedagvaarding aan het arrest is gehecht. Aegon heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekte tot vernietiging en verwijzing. De Hoge Raad heeft echter het beroep van [eiseres] verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van Aegon begroot op € 322,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad heeft in zijn oordeel de motiveringsplicht van de kantonrechter onder de loep genomen, met name in het licht van artikel 230 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De klachten van [eiseres] over de motivering van het vonnis zijn door de Hoge Raad als ongegrond beoordeeld. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de kantonrechter voldoende feitelijke gronden heeft vermeld in zijn vonnis en dat de klachten van [eiseres] niet aan de eisen voldoen die aan een cassatiemiddel worden gesteld. De Hoge Raad heeft de zaak afgesloten met de beslissing dat het beroep wordt verworpen.